Naam: Jan Kosters- Leeftijd: 26 jaar- Woonplaats: Bergentheim- Opvoering: Zaterdag is de première van Jan Kosters’ goochelshow ‘Magie onder druk’ in het Stadstheater de Bond in Oldenzaal- Aanvang: 20.15 uur
Door NICOLET STEEMERS
Een rond tafeltje met een donkerblauw kleed. Jan Kosters laat zijn alerte publiek, dat voor de gelegenheid uit één vrouw bestaat, vier speelkaarten zien. Vier doodgewone speelkaarten: een harten-, een schoppen-, een klaver- en een ruitenvrouw. Het publiek houdt de kaarten scherp in de gaten en laat zich niet afleiden door de luchtige commentaren die de goochelaar levert terwijl hij de ruitenvrouw op tafel legt. Dit publiek heeft voor hetere vuren gestaan en legt tevreden een hand op de kaart. Zo, die is binnen. Ruitenvrouw kan geen kant meer op en daarna de toegevoegde hartenvrouw ook niet. Totdat de goochelaar het uitgeslapen publiek verzoekt de kaarten om te draaien. Dan blijken ruiten in klaveren en harten in schoppen veranderd te zijn. Terwijl de vertwijfelde toeschouwer de speelkaarten vergeefs op dubbele bodems, afpoetsbare afbeeldingen en andere subtiele afwijkingen onderzoekt, kijkt de goochelaar tolerant glimlachend toe.
‘Dit is bij uitstek een truc die geschikt is om temidden van het publiek te doen’, licht Jan toe. ‘De mensen moeten er met de neus bovenop staan en met eigen ogen zien dat er iets gebeurt wat eigenlijk niet kan. Ik wil het kunnen zonder iets in mijn mouw te hoeven verbergen. Ik zou het bij wijze van spreken moeten kunnen in mijn zwembroek. Dat is wat ik zo leuk vind aan het goochelvak. Je bent als geen ander in staat een knoop in iemands gedachten te leggen. De mensen kunnen maar tot op bepaalde hoogte volgen wat je aan het doen bent, dan ineens houdt het op.’
Tot voor kort trad hij voornamelijk op tijdens feesten en partijen. Zaterdag maakt hij voor het eerst de stap naar het theater. Dan treedt hij op in het Oldenzaalse stadstheater de Bond. ‘Maar het is de bedoeling dat de sfeer hetzelfde blijft als op feestjes’, verzekert hij. ‘Ik wil de mensen er zoveel mogelijk bij betrekken. Laat ze het podium maar opkomen om met eigen ogen te zien wat er gebeurt. Ik ga zelf de zaal ook in.’
Na de middelbare school besloot Jan Kosters na lang wikken en wegen te kiezen voor een opleiding bedrijfseconomie. Hoewel zijn voorkeur uitging naar de theaterwereld, vond hij een beroepsopleiding in die richting te weinig zekerheid bieden. Via een omweg hoopt hij nu toch zijn droom waar te kunnen maken. Vier dagen in de week geeft hij economie op een mbo-school en twee dagen besteedt hij wekelijks aan zijn goochelacts.
‘Dat houdt in: eindeloos oefenen op behendigheid en vingervlugheid en de acts zo strak mogelijk timen. Ik ben een enorme perfectionist. Bij elke act zoek ik net zolang tot ik de juiste muziek - over het algemeen filmmuziek - gevonden heb.
Tegenwoordig is er zelfs sprake van choreografie. Sinds kort heb ik een assistente, Judith Vork, die verstand heeft van dat soort zaken. Ze woont in Den Bosch en is bereid om hier twee uur voor te rijden.’ Hij lacht. ‘Hilarisch zoals het gegaan is: ik zette een tijd geleden een advertentie voor een goochelaarsassistente. Werd ik kort daarop gebeld door RTL-televisie en het programma ‘Man bijt hond’. Of ik al een assistente had. Zoniet, dan wilden ze wel samen met mij op zoek. Het werd een uitzending waarbij mensen op straat gevraagd werd of ze toevallig de behoefte voelden om goochelaarsassistente te worden. Natuurlijk is het meer dan in een kist liggen om doorgezaagd te worden. Zij heeft podiumervaring en dat merk je.’
Een carrière als beroepsgoochelaar ziet Jan helemaal zitten, ‘maar er valt’, zoals hij uitlegt, ‘nog een wereld aan vooroordelen te overwinnen.’ Goochelaars bieden alleen amusement voor kinderen is zo’n vooroordeel. ‘Dat is dus juist niet zo, het is geschikt voor alle leeftijden. Ik ben geen clown, hoewel er zeker humor bij komt kijken. Mijn grote voorbeeld was André van Duin. Die zelfspot spreekt me enorm aan. In het begin imiteerde ik hem, nu heb ik meer een eigen stijl ontwikkeld. Dat geldt voor de hele show: de basistrucs, zoals met de speelkaarten, bestonden uiteraard al. Maar de manier van presenteren is puur eigen stijl.
Twentsche Courant Tubantia 6-07-2006