"Als je het aan Nederlanders zelf vraagt, kunnen Nederlanders alles beter, schreef wijlen Gerrit Komrij eens in zijn column in NRC Handelsblad. 'Voetballen, boekhouden, baggeren, dichten, schaatsen, orgeldraaien, Joden helpen onderduiken, overal zijn ze kampioen in.'
Nog zoiets waar Nederlands in uitblinken: het organiseren van kampioenschappen. Of het nu gaat om sjoelen, goochelen of het kweken van grasparkieten, in bittere ernst wordt er om de landstitel gestreden. Zo verzamelen zich elk jaar honderden deelnemers in verschillende wedstrijdklassen voor het NK bloemschikken en culmineerde het NK luchtgitaarspelen volgens de toernooiorganisatie onlangs in een 'zinderende finale'.
Anne Claire de Breij en Niels van Muijden reizen sinds 2010 door het land op zoek naar kampioenen, in het voorjaar van 2013 hopen ze hun boek Dutch Champions te presenteren. 26 nationale nummers één hebben ze inmiddels vereeuwigd, in uiteenlopende disciplines. Van de man die zijn plons perfectioneerde en zich inmiddels Nederlands kampioen winterbommetje mag noemen tot topschermer Bas Verwijlen, die dezer dagen op de Olympische Spelen in Londen met zijn degen strijdt voor het goud. En van de achtjarige Friese parkietenkampioen die zijn grootvader van de troon stootte tot een Groningse hobbykok die bij het WK snertkoken gerenommeerde chefs achter zich liet. Eerder ging de bokaal overigens nipt aan haar voorbij omdat de wortel in de soep niet dun genoeg geraspt was.
Hun talenten mogen verschillen, alle kampioen leggen een enorme gedrevenheid aan de dag. De vijfvoudig nationaal kampioen voltige traint elke week dertig uur naast haar fulltime baan terwijl zelfs de lokale krant niet in haar tak van paardensport geïnteresseerd is. En het echtpaar dat de kampioenspoes fokte, zit thuis tussen vijfentwintig Bengalen. Je moet er iets voor over hebben, zeggen ze dan. Want dat valt De Breij en Van Muijden nog het meeste op: ondanks al hun gedrevenheid zijn Nederlandse kampioenen toch vooral kampioenen in nuchterheid.
fotografie: Anne Claire de Breij, concpet: Anne Claire de Breij & Niels van Muijden.
Artikel: Vrij Nederland, 4-08-2012 Tekst: Sophie Derkzen
Beroep: Kindergoochelaar
Twee keer deed hij mee aan het Nederlands kampioenschap kindergoochelen en twee keer werd hij eerste. Of hij volgend jaar weer meedoet, is nog de vraag. "Ik twijfel, hoe vaker je meedoet, hoe meer er van je verwacht wordt. Ik moet mezelf overtreffen", zegt Jan Kosters.
Op 8-jarige leeftijd ging Kosters voor het eerst aan de gang met een goocheldoos. "Uiteindelijk heb ik er mijn beroep van gemaakt en ben ik me specifiek gaan richten op goochelen voor kinderen tussen de 4 en 6 jaar". (Noot: dit moet 12 jaar zijn.)
Een bijzonder publiek volgens Kosters. "Kinderen zijn eerlijk, als ze je act niks vinden, weet je het direct. Daarom is bij een kampioenschap ook altijd een live-publiek aanwezig. Uiteindelijk gaat het er toch om of de kinderen het leuk vinden."
Dankzij zijn bijzondere beroep is Kosters een geliefde gast op verjaardagen. "Op een feestje krijg ik altijd wel de vraag of ik niet even snel een trucje kan laten zien, daarom heb ik altijd een pakje kaarten op zak."